Het ideale werkproces voor de Levensloopaanpak

Het ideale werkproces voor de Levensloop­aanpak

De Levensloopaanpak staat of valt met de samenwerking tussen alle netwerkpartners. Daarvoor zijn goede afspraken over werkwijze en proces nodig. Wij doen een voorstel voor de ideale flow in de Levensloopaanpak: van includeren naar monitoren en eventueel uitstroom. De nadruk van dit ideale werkproces ligt op de onderlinge samenwerking tussen netwerkpartners, met de cliënt centraal.

Alle stappen in het ideale werkproces voor de Levensloopaanpak

Eenduidig en werkbaar

Natuurlijk is elke regio anders georganiseerd. Dit ideale proces is ook nadrukkelijk geen keurslijf. Het biedt een basis voor de organisatie van de Levensloopaanpak op een eenduidige en werkbare manier voor heel het land. Dat is wenselijk omdat cliënten zich bewegen over de grenzen van de regio’s heen. Bekijk het ideale proces in de slider hieronder.

swipe
Stap A van het ideale werkproces

Melding bij ZVH

Alle convenantpartners van een van de 31 zorg- en veiligheidshuizen kunnen een potentiële levensloopcliënt aanmelden.

Stap B van het ideale werkproces

Triage ZVH

Een weegteam van netwerkpartners besluit gezamenlijk in een kort overleg welke aanpak nodig is.

Uit de triage komt een advies aan de melder of de casus gaat door naar een casusoverleg. Een casusoverleg in het zorg- en veiligheidshuis volgt als:

  • Er zorgen zijn op meerdere leefgebieden.
  • De veiligheid van betrokkene, zijn omgeving of de maatschappij in het geding is.
  • Er samenwerking nodig is tussen meerdere ketens (strafrecht, zorg en lokaal bestuur).
  • Er al van alles is geprobeerd maar de lokale partners er niet uitkomen.

Als een cliënt mogelijk past bij de Levensloopaanpak wordt de casus doorgeleid naar de inclusietafel van de Levensloopaanpak.

Stap 1 van het ideale werkproces

Inclusie Levensloopaanpak

Vorm

Kort overleg (online of fysiek) onder leiding van een procesregisseur van het zorg- en veiligheidshuis.

Doel

De netwerkpartners beslissen gezamenlijk of een cliënt thuishoort in de Levensloopaanpak.

Aanwezig

De melder, politie, OM, de levensloopaanbieder en een vertegenwoordiger van de betreffende gemeente.

Inclusie-criteria

  1. Is er sprake van terugkerende herhaaldelijke problematiek?
  2. Is er van alles geprobeerd?
  3. Is er sprake van een (mogelijk) gevaarsrisico?

Bekijk alle inclusiecriteria (pdf).

Inhoud

  • Neem tijdens dit overleg de criteria voor de Levensloopaanpak door.
  • Als er vragen of twijfels zijn, wordt de beslissing tot includeren uitgesteld totdat dit helder is. Formuleer acties en kom er later op terug.
  • Bespreek wie het beste de cliënt kan informeren en hoe.
Stap 2 van het ideale werkproces

Informeren cliënt

De levensloopcoördinator gaat met de cliënt in gesprek over de Levensloopaanpak.

Hoe, door wie en wanneer de cliënt wordt geïnformeerd is maatwerk.

Stap 3 van het ideale werkproces

Casusoverleg: beeldvorming

Vorm

Overleg, bij voorkeur fysiek.
Onder leiding van een procesregisseur van het zorg- en veiligheidshuis (team captain).

Doel

Beeldvorming door alle netwerkpartners.

Aanwezig

Alle betrokken netwerkpartners (= levensloopteam).

Inhoud

  • Bespreek alle leefgebieden.
  • Analyseer gezamenlijk de problematiek. Wie is de mens achter de problematiek? En welke beschermende factoren zijn er? Wat zijn de risico’s? Ga ook op zoek naar de motivatie en inbreng van de cliënt en naasten.
  • Neem ruim de tijd (vertragen), investeer in de casus én in elkaar.
  • Werk volgens de BOB-methodiek (Beeldvorming, Oordeelsvorming, Besluitvorming).

Netwerkpartners gaan een commitment aan: naar elkaar en naar de cliënt. Dat betekent elkaar (leren) kennen als netwerkpartner. Kennis hebben over de organisaties van de betreff ende netwerkpartners. Durven om moeilijke gesprekken aan te gaan als de samenwerking stagneert.

Stap 4 van het ideale werkproces

Casusoverleg: Trajectplan

Vorm

Overleg, bij voorkeur fysiek.
Onder leiding van een procesregisseur van het zorg- en veiligheidshuis (team captain).

Doel

Opstellen Trajectplan. Stel de persoon centraal en denk vooral in scenario’s.

Aanwezig

Alle betrokken netwerkpartners (= levensloopteam).

Inhoud

  • Ga uit van wat nodig is, wees creatief, denk in mogelijkheden en buiten de gebaande paden. Sluit aan bij de motivatie van de cliënt en betrek deze waar mogelijk.
  • Stel scenario’s op voor op- en afschalen en de inzet op de bestaanszekerheden/levensgebieden. Maak scenario’s voor de korte en lange termijn, in goede en in slechte tijden.
  • Bespreek: wie doet wat? Wat doen we als het misgaat? En wanneer vinden we dat het misgaat?
  • Maak afspraken over hoe elkaar te infomeren bij ontwikkelingen. Zorg voor korte lijnen.
  • Formuleer actiepunten.
  • Stel ZSM-overwegingen op en verwerk het label Levensloopaanpak bij alle partners (vooraanmelding crisisdienst acute GGZ, abonnement in politiesysteem en Reclassering melding Iris).

Werk volgens de BOB-methodiek (Beeldvorming, Oordeelsvorming, Besluitvorming).

Stap 5 van het ideale werkproces

Herhaald agenderen

Vorm

Kort overleg (online of fysiek) minimaal elke 3 maanden.
Onder leiding van een procesregisseur van het zorg- en veiligheidshuis.

Doel

Bespreken ontwikkelingen en trajectplan hierop aanpassen.

Aanwezig

Alle betrokken netwerkpartners (= levensloopteam).

Inhoud

  • Bespreek de actiepunten en ontwikkelingen.
  • Stel het plan bij indien nodig.
  • Pas de groep betrokken netwerkpartners aan indien nodig.

Monitoring op de casus gaat over:

  • De veiligheidsrisico’s.
  • De interventies.
  • De samenwerking.

Bij een crisis (incident, justitie, kliniek of onverwachte gebeurtenis): snel weer een casusoverleg om samen te kijken wat nodig is. Eventueel gezamenlijke woordvoering opstellen.

Stap 6 van het ideale werkproces

Verhuizen / afsluiten

Verhuizen

  • Bij verhuizing van een levensloopcliënt draag je de casus over naar het betreffende zorg- en veiligheidshuis.
  • Het levensloopteam zorgt voor een goede afstemming, een actueel trajectplan en een warme overdracht.
  • Als ontvangend zorg- en veiligheidshuis kijk je niet opnieuw naar de inclusie criteria, je volgt het trajectplan. Eventueel doe je de overleggen tijdelijk samen.

Afsluiten

Een geïncludeerde persoon in de Levensloopaanpak stroomt uit als:

  • Hij of zij minimaal 2 jaar stabiel is op het gevaarscriterium.
  • De protectieve factoren duurzaam geborgd zijn.
  • Het risico op gevaarlijk gedrag richting anderen aanzienlijk verlaagd is of verdwenen, blijkend uit een risicotaxatie.

Je neemt het besluit over uitstroom in een overleg (online of fysiek) met alle betrokken netwerkpartners.

Bijlage

Download het ideale werkproces als document.

Download PDF

Het Levensloopteam

Cliënt, naasten en netwerk

  • Worden zoveel als mogelijk betrokken bij elke stap.
  • Geven inbreng vanuit hun eigen perspectief.

Procesregisseur zorg- en veiligheidshuis

  • Voorzitter van de overleggen met netwerkpartners, zorgt dat zij met elkaar een trajectplan opstellen.
  • Regisseert de samenwerking met netwerkpartners.
  • Spoort netwerkpartners aan om een stap extra te zetten.
  • Werkt intensief samen met de levensloopcoördinator en de gemeentelijk (casus)regisseur.
  • Monitort met hen de voortgang van het trajectplan.

Forensisch levensloopcoördinator

  • Forensisch levensloopcoördinator (casemanager): eerste aanspreekpunt voor de cliënt.
  • Coördineert op- en afschalen van zorg, waaronder beveiligde intensieve zorg.
  • Biedt langdurende en soms ‘levenslange begeleiding’.
  • Houdt zicht op de ondersteuningsbehoefte.

Gemeentelijke (casus)regisseur

  • Coördineert gemeentelijke ondersteuning op alle levensgebieden (wonen, uitkering, werk/dagbesteding, schulden, etc.) en openbare orde en veiligheid.
  • Verbinding met het veiligheidsdomein.
  • Aanjagen netwerkpartners op uitvoering trajectplan.

Informatiecoördinator zorg- en veiligheidshuis

  • Plannen, organiseren en vastleggen van afspraken in casusoverleggen.
  • Registreert alle geïncludeerde cliënten in het zorg- en veiligheidshuis registratiesysteem en levert periodiek monitoringsinformatie aan.

Andere zorgaanbieders (ggz, verslavingszorg of verstandelijk gehandicaptenzorg)

  • Stemt het zorgaanbod af met de levensloopaanbieder tijdens op- en afschalen.

Woonpartners

  • Signalerende functie en afstemming met levensloopaanbieder.
  • Samenwerking bij op- en afschalen.

Veiligheidspartners

  • Politie: signaleren en adviseren, opsporen en aanhouden, veiligheid en handhaving.
  • Reclassering: advies, resocialisatie en toezicht.
  • Openbaar Ministerie: interventies strafrecht en civielrecht.
  • DJI: hechtenis en re-integratie in de maatschappij.

Alle partners die betrokken zijn bij de casus vormen samen het levensloopteam. Zij werken samen vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Hun grondhouding kenmerkt zich door drie pijlers:

  1. Authentieke, gelijkwaardige personen. Zij gaan voor hun cliënten door het vuur en behandelen hen met respect. Maar hebben hen ook door en kunnen hen aan.
  2. Zij kunnen schipperen tussen verschillende risico’s, belangen en behoeften.
  3. Zij kunnen langere tijd een relatie aangaan met elkaar als levensloopteam en met de cliënt.