Hoe zet je de regio aan?

Hoe zet je de regio aan?

Radha vertelt hoe ze dat heeft aangepakt.

De boer op

“Toen ik in 2022 begon als procesregisseur in Hollands Midden was de Levensloopaanpak nog vrij onbekend in de regio. Om de Levensloopaanpak op het netvlies te krijgen bij gemeenten ben ik daarom alle 18 gemeenten in de regio af gegaan. Ik ben bij hen begonnen omdat zij een belangrijke speler zijn als het gaat om het organiseren van bestaanszekerheden.
De kleinere gemeenten heb ik gebeld of gesproken via Teams en per mail benaderd. Bij de grote gemeenten ben ik persoonlijk op bezoek gegaan samen met de projectleider Levensloopaanpak en regiocoördinator Levensloopaanpak van Fivoor.”

Informatie brengen

“Tijdens mijn ronde heb ik eerst vooral informatie gebracht. Ik heb verteld wat de aanpak inhoud en aangegeven wat we van hen nodig hebben: 1 of 2 vaste aanspreekpunten per gemeente. Die we kunnen benaderen om mee te denken, maar die ook aanwezig kunnen zijn bij alle overleggen. Ik heb bij hen ook aangekondigd dat we een uitvraag wilden doen. Regio breed. Om op te halen welke personen, volgens de partners, in aanmerkingen komen voor de Levensloopaanpak.”

Netwerkpartners

“Ik heb nu dus per gemeente een vast aanspreekpunt. Dat is heel waardevol. Ik ga ook langs bij andere partners die de Levensloopaanpak moeten kennen. Zo ben ik bij de politie in Leiden en omgeving op bezoek geweest en ook bij zorgorganisaties en andere netwerkpartners in de regio. We blijven dit doen, omdat hier vraag naar is.”

De uitvraag

“In november heb ik een uitvraag verstuurd naar alle partners in de regio. Daarin heb ik nogmaals de inclusiecriteria herhaald die ik eerder al had gecommuniceerd met alle partners. En ik heb hen de vraag gesteld: Als je deze criteria leest, aan welke cliënten denk je dan?”

Preweging

“Voor al die aanmeldingen hebben we een ochtend of middag in kleiner comité samen gezeten. Met de regiocoördinator Levensloopaanpak van Fivoor, gemeente, politie, ZVH en de aanmeldende partij. We hebben alle casuïstiek kort met elkaar besproken, een kwartier per cliënt. Hoe scoren ze op de belangrijkste inclusiecriteria?: Is er sprake van terugkerende herhaaldelijke problematiek, is er van alles geprobeerd en is er sprake van een (mogelijk) gevaarsrisico? Als het antwoord 3 keer ‘ja’ is, plannen we ze in voor een fysiek overleg met alle betrokken partners”

Twee uur per cliënt

“Voor het vervolgoverleg staat twee uur per cliënt gepland. Het eerste uur is voor de beeldvorming. Daar staat de vraag centraal: gaan we deze persoon includeren? Alle partners delen daar hun ervaring en beeld. Daarna nemen we gezamenlijk een besluit. Na een korte pauze maken we in het tweede uur met elkaar het trajectplan (wij noemen dat een samenwerkingsplan). Als iemand is geïncludeerd heb je diezelfde dag dus ook het plan klaar. Je kunt direct aan de slag met elkaar.”

Altijd fysiek overleg

“Het vervolgoverleg is altijd fysiek. Geen uitzonderingen. Zo leer je elkaar kennen en heb je direct korte lijnen met elkaar. Je neemt echt samen die beslissing over inclusie. Zo voel je de gezamenlijke verantwoordelijkheid. Je hoeft het niet alleen te doen. Dat is echt anders dan online. Er ontstaat commitment.”

Het plan in een tabel

“Het samenwerkingsplan heeft de vorm van een tabel. Daarin staat voor een cliënt de situatie en het doel per leefgebied beschreven. Er staat bij wie, wat, wanneer op welk gebied doet en wat de acties zijn. We beschrijven met elkaar de risico’s, het lange termijndoel en ook verschillende scenario’s. Deze tabel zetten we altijd op het grote scherm. Zo is het voor iedereen te zien en werken we allemaal vanuit hetzelfde plan.”

Monitoring

“Per cliënt hebben we driemaandelijks een monitoringsoverleg. Of het goed gaat of slecht. Dan kijken we met elkaar waar we staan. Wat gaat er goed? En wat maakt dat het goed gaat? We leggen niet alleen de focus op wat niet goed gaat. Dat overleg is online. Omdat de basis voor de samenwerking dan al gelegd is. Indien wenselijk kan het natuurlijk ook fysiek.”

Vruchten

“De tijd en aandacht die in het voortraject is gestoken, werpt zijn vruchten af. In het begin was het veel vertellen en informeren maar nu komen partners zelf naar ons toe met mogelijke levensloopcliënten. Het Is nu een olievlek geworden, en die wordt steeds groter.”

Meer weten?

Neem contact op met Radha via Zorg- en Veiligheidshuis Hollands Midden: rjarbandhan@zvhhm.nl